Het ‘gut associated lymphoid tissue’ (GALT) bestaat uit Peyerse platen, interepitheliale lymfocyten en macrofagen.
De Peyerse platen (aggregaten van lymfeknopen) zijn bedekt met M-cellen. M-cellen zijn gespecialiseerde epitheelcellen, die specifieke plooien bevat (microfolds) waarmee ze uit het darmlumen materiaal kunnen opnemen (endocytose genoemd) en de opgenomen antigenen presenteren aan de lymfocyten.
De geactiveerde lymfocyten worden via lymfe of bloed naar een regionale mesenteriale lymfeklier of naar de milt vervoerd. In deze organen vindt een primaire immuunreactie plaats die leidt tot de vorming van antigeen-specifieke IgM-antilichamen en IgM-geheugencellen.
De circulerende IgM antilichamen binden zich met het antigeen in het GALT tot immuuncomplexen die worden vastgehouden door folliculaire dendritische cellen in de follikels van de Peyerse platen. Hier vindt, waarschijnlijk met behulp van T-lymfocyten, een overschakeling plaats van IgM naar IgA en er ontstaan B-geheugencellen met IgA op hun oppervlak. Deze cellen circuleren met het bloed door het lichaam en nestelen zich onder meer in de mucosa van de darm. Wanneer deze B-lymfocyten opnieuw met hetzelfde antigeen in contact komen, gaan ze zich onder invloed van vrijgekomen cytokinen differentiëren tot IgA-afscheidende plasmacellen. Dit IgA wordt met behulp van de secretiecomponent naar het oppervlak van het slijmvlies getransporteerd en in het darmlumen uitgescheiden, waar het werkzaam wordt. Het IgA-geheugen valt na verloop van tijd weg en moet via IgM-cellen opnieuw worden opgebouwd. [6]