Probiotica

LcS voor meer lactobacilli en bifidobacteria in de darmen

De unieke LcS-bacteriën hebben een positieve invloed op de darmmicrobiota van de gastheer. Wetenschappelijke studies tonen aan dat na inname van Lacticaseibacillus paracasei Shirota (LcS), het aantal lactobacilli en bifidobacteria in de darmen stijgt.

In het kort

  • Een probiotische drank met LcS bacteriën? De LcS-bacterie overleeft het bovenste gastro-intestinale kanaal en bereikt levend de darmen
  • Er is voldoende wetenschappelijk bewijs om aan te nemen dat LcS goede bacteriën zijn, die veilig zijn voor gebruik
  • LcS verhoogt het aantal lactobacilli en bifidobacteria in de darmmicrobiota
  • Dit verhoogd aantal darmbacteriën draagt bij aan de alfa-diversiteit en het behoud van het intestinale evenwicht

De wetenschap achter LcS

LcS is een van de weinige bacteriën die goed gedocumenteerd is, wat betekent dat ze uitgebreid is onderzocht en beschreven wordt in vele studies. Onderzoek naar de stam garandeert dat LcS het maagdarmkanaal kan overleven en dat het de darm levend bereikt1,2.

LcS zal een positieve invloed uitoefenen op het ecosysteem in de darm van de gastheer, door er onder andere het aantal “goede” bacteriën te verhogen:

  • Lactobacilli, voornamelijk door een stijging van de LcS-stam
  • Bifidobacteria, door het stimuleren van hun groei

Na aankomst in de darm zullen LcS-bacteriën gaan concurreren om voedingsstoffen en plaats met de daar reeds aanwezige micro-organismen. Het lactaat dat door LcS wordt geproduceerd kan nadelig zijn voor pathogene bacteriën van het geslacht Proteobacteriën (nu Pseudomonadota genoemd) die minder zuurtolerant zijn dan melkzuurproducerende bacteriën, waardoor mogelijkheden ontstaan voor andere, zuurtolerante soorten zoals bifidobacteriën (‘goede bacteriën’) om hun plaats in te nemen.

Diverse klinische studies en onderzoeken bij de mens tonen de kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen in de samenstelling van de darmmicrobiota aan na de inname van LcS bacteriën. In de stoelgangsstalen worden significante stijgingen van de bifidobacteria en lactobacilli waargenomen3-5. Hierdoor kan LcS de alfa-diversiteit van de darmmicrobiota verhogen en bijdragen aan het behoud van het intestinale evenwicht3,6-9.

Dit patiënt-controle-onderzoek10 is hier een voorbeeld van (zie visual): 77 senioren (gemiddeld 85 jaar) werden onderverdeeld in twee groepen: de LcS-groep kreeg dagelijks een gefermenteerde melkdrank toegediend met 4 × 1010 LcS/80 ml. In deze groep werd na de dagelijkse inname gedurende 1 en 2 maanden, op beide perioden, een significante stijging waargenomen van het aantal Lactobacillus en Bifidobacterium. Het aantal Enterobacteriaceae was daarentegen significant gedaald in de fecale stalen, in vergelijking met de controlegroep.

LcS est l’une des rares bactéries à être correctement documentée, ce qui signifie qu’elle a fait l’objet de recherches approfondies et a été décrite dans de nombreuses études. Les recherches sur la souche garantissent que les bactéries LcS survivent au passage dans le tractus gastro-intestinal et arrivent vivantes dans les intestins1,2.

LcS exerce une influence positive sur l’écosystème intestinal de l’hôte, notamment en favorisant l’augmentation du nombre de « bonnes » bactéries :

  • Les lactobacilles, principalement en raison d’une augmentation des bactéries de la souche LcS
  • Les bifidobactéries, dont la croissance est stimulée

À leur arrivée dans les intestins, les bactéries LcS entrent en concurrence avec les micro-organismes déjà présents, chacun tentant de s’accaparer les nutriments et l’espace dont il a besoin. Le lactate produit par LcS peut être néfaste pour les bactéries pathogènes du genre Proteobacteria (aujourd’hui appelées Pseudomonadota), moins résistantes à l’acidité que les bactéries produisant de l’acide lactique. D’autres types de bactéries résistantes à l’acidité, comme les bifidobactéries (« bonnes bactéries »), ont donc la possibilité de prendre leur place.

Diverses études et recherches cliniques menées chez l’homme montrent des changements qualitatifs et quantitatifs dans la composition du microbiote intestinal après la prise de bactéries LcS. Des quantités significativement plus élevées de bifidobactéries et de lactobacilles sont observées3-5 dans les échantillons de selles. LcS peut donc améliorer la diversité alpha du microbiote intestinal et contribuer au maintien de l’équilibre intestinal3,6-9.

Cette étude cas-témoins10  en est un parfait exemple (voir visuel) : 77 personnes âgées (de 85 ans en moyenne) ont été réparties en deux groupes : le groupe « LcS » a reçu tous les jours une boisson lactée fermentée contenant 4 × 1010 LcS/80 ml. Dans ce groupe, une hausse significative du nombre de lactobacilles et de bifidobactéries a été observée, tant après un mois qu’après deux mois de prise quotidienne. Le nombre d’entérobactéries dans les échantillons fécaux, au contraire, était significativement inférieur à celui du groupe de contrôle.

Lactobacilli en bifidobacteria ondersteunen de gezondheid

Het onderzoek naar de darmmicrobiota en de invloed ervan op de gezondheid is veelbelovend. Een gezond darmmicrobioom kan tot op vandaag echter niet worden gedefinieerd.
Lactobacillen en bifidobacteriën worden over het algemeen beschouwd als gunstig in de darm. Het zijn twee belangrijke bacteriegeslachten  waaraan vele voordelen worden toegeschreven. Onder andere via de productie van metabolieten zoals korteketenvetzuren, monosachariden en vitaminen die voor een gunstige omgeving zorgen. Daarnaast beschermen lactobacilli en bifidobacteria de gastheer tegen pathogenen door exclusie-competitie en de vorming van een zure omgeving in het colon. Ze verhogen ook de alfa-diversiteit en dragen bij  aan het behoud van het intestinale evenwicht. Meer voordelen

  • Ze moduleren en ondersteunen het immuunsysteem.
  • Ze nemen deel aan het behoud van de functie en de integriteit van de darmbarrière.
  • Ze ondersteunen de vertering en verbeteren de darmmotiliteit, en gaan op deze manier constipatie tegen.
  1. Mai TT et al. (2017). Recovery of Lactobacillus paracasei strain Shirota (LcS) from the intestine of healthy Vietnamese adults after intake of fermented milk. Asia Pacific Journal of Clinical Nutrition 26(1):72-77.
  2. Sakai T et al. (2010). M-RTLV agar, a novel selective medium to distinguish Lactobacillus paracasei and Lactobacillus paraparacasei from Lactobacillus rhamnosus. Int J Food Microbiol 139:54-160.
  3. Amamoto R et al. (2021). Yearly changes in the composition of gut microbiota in the elderly, and the effect of lactobacilli intake on these changes. Sci Rep. 2021;11(1):12765.
  4. Aoyagi Y et al. (2019). Independent and Interactive Effects of Habitually Ingesting Fermented Milk Products Containing Lactobacillus paracasei Strain Shirota and of Engaging in Moderate Habitual Daily Physical Activity on the Intestinal Health of Older People. Front Microbiol. 2019;10:1477.
  5. Li X et al. (2021). Effect of Lactobacillus casei on lipid metabolism and intestinal microflora in patients with alcoholic liver injury. Eur J Clin Nutr. 2021 Aug;75(8):1227-1236. doi: 10.1038/s41430-020-00852-8. Epub 2021 Jan 29.
  6. Pirker 2013
  7. Kato-Katoaka A et al. (2016). Fermented milk containing Lactobacillus paracasei strain Shirota prevents the onset of physical symptoms in medical students under academic examination stress. Beneficial Microbes 7(2):153-156.
  8. Otaka M et al. (2021). Effect of Lacticaseibacillus paracasei Strain Shirota on Improvement in Depressive Symptoms, and Its Association with Abundance of Actinobacteria in Gut Microbiota. 2021 May 10;9(5):1026. doi: 10.3390/microorganisms9051026.
  9. Shima T et al. (2022). Characteristics of gut microbiome, organic acid profiles and viral antibody indexes of healthy Japanese with live Lacticaseibacillus detected in stool. Benef Microbes. 2022 Feb 11:1-14.
  10. Nagata S et al. (2011). Effect of the continuous intake of probiotic-fermented milk containing Lactobacillus casei strain Shirota on fever in a mass outbreak of norovirus gastroenteritis and the faecal microflora in a health service facility for the aged. J. Nutr. 2011;106: 549–56.