Microbiote intestinal

Het effect van voeding op de darmmicrobiota: stand van zaken

Uit deze literatuurstudie blijkt dat voeding een grote rol speelt in de samenstelling van de darmmicrobiota, en dat ons voedingspatroon gunstige, maar ook potentieel schadelijke gevolgen kan hebben.

Sinds we ons bewust zijn van het belang van de darmmicrobiota, wordt veel aandacht besteed aan factoren die de samenstelling ervan zouden kunnen beïnvloeden. En het lijdt geen enkele twijfel dat onze voedingsgewoonten een grote invloed hebben op de darmmicrobiota.

Onderzoekers hebben verschillende darmmicrobiotaprofielen – zogenaamde enterotypen – kunnen identificeren op basis van de aanwezigheid van bepaalde soorten bacteriën. Niettegenstaande de notie van enterotypen momenteel nog het onderwerp van discussie is, worden enkele onder hen toch al gelinkt aan specifieke voedingsgewoonten (bv. een westers, vegetarisch of mediterraan voedingspatroon).

De interacties tussen voeding, de microbiota en de onderliggende biologische gevolgen, moeten nog grondig onderzocht worden.

Lees ook: Samenstelling van de microbiota verandert met de leeftijd

De darmmicrobiota produceert korte ketenvetzuren

Onderzoekers van The George Washington School of Medicine and Health Sciences in Washington hebben aan de hand van een literatuurstudie de huidige kennis geanalyseerd over de interacties tussen voeding en de darmmicrobiota. In deze analyse van 86 artikels ging de aandacht vooral naar voedingsvezels, aangezien die de brandstof voor de darmmicrobiota vormen.

Ze concluderen dat de gunstige effecten van voedingsvezels grotendeels te verklaren zijn door vorming van korteketenvetzuren. Voedingsvezels worden nl. onder invloed van darmbacteriën omgezet tot korteketenvetzuren, die op hun beurt zorgen voor

  • energie voor de colonocyten (boterzuur);
  • verbeterde absorptie;
  • kortere transittijd;
  • modulatie van honger en verzadigingsgevoelens.

Lees ook: De samenstelling van de darmmicrobiota verschilt naargelang de woonplaats

 

Eiwitten in het colon zijn schadelijk, in tegenstelling tot vezels

Hoewel het volkomen normaal is dat voedingsvezels in grote hoeveelheden in de dikke darm terechtkomen – ze worden per definitie niet in het bovenste spijsverteringskanaal verteerd – worden eiwitten doorgaans al in de dunne darm geabsorbeerd.

De aanwezigheid van eiwitten in de dikke darm lijkt dan ook negatieve gevolgen te hebben. De auteurs merken op dat eiwitten – in tegenstelling tot vezels – onder invloed van de bacteriën van de darmmicrobiota potentieel nefaste bijproducten kunnen produceren die zich in de darm opstapelen.

Ze benadrukken ook het wederzijdse verband tussen voeding en de darmmicrobiota: de microbiota gebruikt namelijk niet alleen micronutriënten, maar produceert er ook.

Tot slot concluderen ze dat er momenteel geen consensus bestaat over de definitie van een gezonde darmmicrobiota en dat men bij toekomstig onderzoek rekening moet houden met de individuele reactie op voedsel.