Depressie en het darmmicrobioom

Recent werd uit onderzoek een vierde enterotype waargenomen van dysbiotische aard. Deze heeft een link met diverse ziekten, waaronder depressie. Een belangrijke conclusie uit de voordracht van prof. Raes tijdens het seminarie “De hersen-darm-as uitgeklaard”. Herbekijk het.

Tijdens een seminarie rond de darmmicrobiota mag een gerenommeerd expert als prof. Raes niet ontbreken. Hij is expert-spreker van het VIB-KU Leuven Centrum voor Microbiologie, universiteit van Leuven.

Tijdens de webinar “De hersen-darm-as uitgeklaard” van september 2021 had hij het over de belofte van het vakgebied van het microbioom. Zijn uitvoerige onderzoeksanalyses op bevolkingsniveau (Het Vlaams Darmfloraproject) leveren krachtige data op die de darmmicrobiota in verband brengen met zowel lichamelijke als geestelijke gezondheid. Prof. Raes onthulde de wetenschap achter de diversiteit van de darmmicrobiota, de factoren die deze beïnvloeden, wat er gebeurt als deze wordt verstoord en of een verandering ervan kan fungeren als een behandeling voor bepaalde ziektes.

Het vierde enterotype en depressie

Waar er vroeger drie gekende ‘enterotypes’ waren – een enterotype is een classificatie van de samenstelling van de darmmicrobiota die we allemaal hebben – identificeerde Raes’ team een vierde type, het zogenaamde B2-enterotype. Uit hun vaststellingen bleek dat dit type ontbrak in bepaalde ontstekingsremmende bacteriën. Mensen met B2-enterotypes hebben veel minder uiteenlopende bacteriën in de darmen, en ook tot 100 keer minder bacteriën. Terwijl dit enterotype werd vastgesteld bij 13% van de gezonde vrijwilligers, kon het worden geïdentificeerd bij tot 78% van de patiënten met een inflammatoire darmaandoening (IBD) en bij patiënten met depressie.

Herbekijk de uiteenzetting van prof. Raes: