1. Xie P., et al., Frontiers in Public Health, 2020. 8(189).
2. Gao Q.Y., et al., J Dig Dis, 2020. 21(3): p. 125-126.
3. Xu K., et al., Zhejiang Da Xue Xue Bao Yi Xue Ban, 2020. 49(1): p. 0.
4. Abt M.C., et al., Immunity, 2012. 37(1): p. 158-70.
5. Zelaya H., et al., Front Immunol, 2016. 7: p. 633.
6. Dang A.T. and B.J. Marsland, Mucosal Immunol, 2019. 12(4): p. 843-850.
7. Theiler A., et al., J Allergy Clin Immunol, 2019. 144(3): p. 764-776.
8. Archer D.L. and D.C. Kramer, Frontiers in medicine, 2020. 7: p. 292-292.
9. Chong H.X., et al., J Dairy Sci, 2019. 102(6): p. 4783-4797.
10. Shoaib A., L. Xin, and Y. Xin, Pak J Pharm Sci, 2019. 32(4): p. 1621-1630.
11. Baud D., et al., Frontiers in public health, 2020. 8: p. 186-186.
Darmmicrobiota & COVID-19: welke rol?
Het Coronavirus veroorzaakt een overreactie van het immuunsysteem, wat ernstige gezondheidsrisico’s met zich kan meebrengen. Het defensiemechanisme ondersteunen, in plaats van het extra te stimuleren, zou een voordelig effect hebben. Darmmicrobiota & Covid-19: welk verband?
Bij een besmetting met het SARS-Cov-2 gaat het immuunsysteem een defensiemechanisme activeren, net zoals waargenomen wordt bij andere respiratoire infecties. De exacerbatie differentieert dit virus van de andere en leidt tot een cytokine-storm; de cytokinen infiltreren in het gezonde weefsel en beperken de zuurstofopname, met uiterst schadelijke gevolgen voor longen, hart, lever en darmen (1).
Het verband tussen darmmicrobiota & COVID-19
De bacteriën van de darmmicrobiota spelen een essentiële rol op verschillende niveaus: kolonisatie van pathogenen voorkomen, productie van vitaminen en metabolieten en interactie met het immuunsysteem van de gastheer.
Onderzoek kon ook aantonen dat de darmbacteriën de defensiemechanismen van de gastheer kunnen temperen zonder de gezondheid in gedrang te brengen. Interessant is dat uit rapporten van het ziekteverloop van COVID-19 patiënten blijkt dat ze een dysbiose van de darmbacteriën vertonen, geassocieerd met een lage respons op pathogenen en inflammatie (2,3).
Deze onderzoeken en waarnemingen suggereren de cruciale rol van de darmbacteriën en de belangrijke interacties van de darmmicrobiota voor de gezondheid van de gastheer.
Microbiota, vitamine A, butyraat en probiotica
Het is duidelijk dat de darmmicrobiota een rol speelt in het immuunsysteem en de immuunreacties (4,5). Deze reacties en interacties kunnen echter beïnvloed worden door de voedingsinname. Darmbacteriën kunnen bijvoorbeeld vitamine A activeren, wanneer deze wordt ingenomen door de gastheer. De activatie van vitamine A kan helpen in het defensiemechanisme.
Lees ook: Het verband tussen voedingsgewoonten, microbiota en prediabetes.
De invasie van pathogenen wordt in de hand gewerkt door een verhoogde permeabiliteit en schade aan de darmwand waardoor de vitale organen sneller bereikt kunnen worden. Een evenwichtige en gezonde darmmicrobiota lijkt daarom van groot belang.
Butyraat kan een belangrijke factor zijn in de behandeling van respiratoire ziekten (6). Het korte keten vetzuur heeft namelijk zijn efficiëntie aangetoond in de regulatie van het transport van witte bloedcellen naar de longen en ter versterking van de pulmonaire functie bij patiënten met een allergische longontsteking (7). Daarnaast zou butyraat een therapeutische rol kunnen spelen in de strijd tegen COVID-19 aangezien de besmetting met het virus hoge pro-inflammatoire IL-6 bloedwaarden veroorzaakt dat als een voorspellende factor wordt beschouwd voor de hoge mortaliteit (8). Eerder onderzoek kon aantonen dat butyraat deze waarden kan verlagen.
Wat met probiotica? Bepaalde probiotische stammen kunnen longschade beperken door de pro-inflammatoire en immuunregulerende signalen in evenwicht te brengen, zo blijkt uit onderzoek (9). Uit een andere studie (10) bleek L. acidophilus CMCC87, na inoculatie met S. aureus en P. aerunginosa, de bacteriële inhoud van de longen, schade en systemische ontsteking te beperken.
Een groeiend panel van experten adviseert het gebruik van probiotica bij COVID-19 patiënten om de darmmicrobiota te bevorderen en daarnaast een secundaire bacteriële infectie te vermijden (1,11).