Darmgezondheid in België: het 2025 iVox-onderzoek biedt aanknopingspunten voor gesprekken met patiënten

Het onderzoek ‘Darmgezondheid van de Belgen’, dat in juli 2025 werd uitgevoerd door iVox in opdracht van Yakult onder 1000 volwassenen die representatief zijn voor de Belgische bevolking (18 jaar en ouder), schetst een genuanceerd beeld van de opvattingen en gewoonten van Belgen op het gebied van darmgezondheid.

Een eerste bemoedigende vaststelling: ongeveer twee derde (66%) van de respondenten zegt een goede darmgezondheid te hebben. Deze positieve perceptie varieert echter naargelang de leeftijd en het geslacht: mannen en 55-plussers geven een gunstiger beeld dan vrouwen en jongvolwassenen.

Tegelijkertijd zegt 60% van de Belgen gestrest te zijn (13% altijd, 47% vaak), met een bijzonder hoge prevalentie bij jongvolwassenen (bijna 2 op de 5 onder de 35 jaar) en vrouwen (71% tegenover 46% van de mannen).

Het onderzoek brengt een interessante paradox aan het licht: 68% van de respondenten geeft aan dat stress minstens af en toe hun darmgezondheid beïnvloedt, en dat cijfer loopt op tot een derde voor een frequente impact. Omgekeerd zegt slechts 10% dat hun darmgezondheid nooit invloed heeft op hun humeur of mentaal welzijn.

Belgen ervaren dus concreet dit bidirectionele verband tussen stress en darmen, ook al noemt slechts 37% spontaan de mentale gezondheid en 36% de immuniteit als factoren die de darmgezondheid kunnen beïnvloeden.

Dit onderscheid tussen ervaring en kennis suggereert dat het altijd nuttig kan zijn om deze mechanismen tijdens een consult te benoemen en uit te leggen, met name de darm-hersenas en de rol van de darmbarrière in de immuniteit (ongeveer 70% van de immuuncellen bevindt zich in de darm).

Wat blijkt uit het onderzoek:

• De perceptie van de darmgezondheid hangt nauw samen met de frequentie van de symptomen: winderigheid, een opgeblazen gevoel, constipatie en diarree worden het vaakst gemeld.
• Winderigheid en een opgeblazen gevoel lijken de symptomen te zijn die het meest verband houden met een verslechterde perceptie.
• Een slechte perceptie van de darmgezondheid gaat gepaard met een verhoogd stressniveau: 3 op de 4 respondenten met een zeer slechte darmgezondheid zeggen dat ze altijd of vaak gestrest zijn.

Groenten en fruit: de erkende basis

Het is geen verrassing dat groenten (72%) en fruit (71%) algemeen worden gezien als goed voor de darmgezondheid. Deze perceptie komt ook tot uiting in de praktijk: 85% zegt dagelijks groenten te eten, 70% fruit.

De hoeveelheden blijven echter vaak achter bij de aanbevelingen, en het tekort aan groenten is groter bij Franstaligen. Het onderzoek bevestigt ook dat hoe hoger de fruitconsumptie, hoe beter de waargenomen darmgezondheid.

Peulvruchten en noten: een positief imago, een lagere consumptie

Ongeveer de helft van de respondenten erkent de voordelen van peulvruchten (53%) en 4 op de 10 noemen noten (40%), maar hun dagelijkse consumptie blijft beperkt (respectievelijk 19% en 27%).

Dit verschil tussen kennis en praktijk kan eerder te wijten zijn aan praktische belemmeringen (bereidingstijd, kookgewoonten) dan aan een gebrek aan kennis.

Gefermenteerde voedingsmiddelen: een onbekendekans

Een van de meest opvallende resultaten van het onderzoek betreft gefermenteerde voedingsmiddelen: 39% van de Belgen eet ze nooit en slechts 13% neemt ze dagelijks op in hun voeding.

Toch toont het onderzoek een interessante verbinding: regelmatige consumptie van gefermenteerde producten (meerdere keren per week of vaker) hangt samen met een betere perceptie van de darmgezondheid.

Water: uiteenlopende gewoonten

Uit het onderzoek blijkt dat de meerderheid (61%) van de Belgen tussen 1 en 2 liter water per dag drinkt. Ongeveer 22% drinkt minder dan 1 liter, terwijl 17% 2 liter of meer drinkt.

Jongeren lijken meer geneigd om meer te drinken, wat kan wijzen op een grotere aandacht voor hydratatie of een hoger niveau van fysieke activiteit.

Lichamelijke activiteit: één op de twee respondenten is regelmatig actief

50% van de respondenten geeft aan regelmatig aan lichaamsbeweging te doen (≥ 3 keer per week), met verschillen naar leeftijd (55-plussers zijn het meest actief), taal (Nederlandstaligen meer dan Franstaligen) en geslacht.

Slaap: voldoende kwantiteit, meer variabele kwaliteit

80% van de Belgen slaapt tussen 6 en 8 uur per nacht, wat over het algemeen als voldoende wordt beschouwd. Daarentegen beoordeelt 62% hun slaap als “gemiddeld” in termen van kwaliteit, met opvallende verschillen tussen mannen (63% tevreden) en vrouwen (slechts 14% zegt goed uitgerust te zijn).

Het onderzoek suggereert dat de kwaliteit van de slaap meer invloed heeft op de perceptie van de darmgezondheid dan de kwantiteit.

Gevraagd naar het gedrag dat ze zouden willen verbeteren, noemen Belgen in de eerste plaats:

1. Minder suiker consumeren (41%)
2. Minder inactief zijn (33%)
3. Meer drinken (29%)

De belangrijkste belemmeringen variëren naargelang de leeftijd:

• Gebrek aan tijd voor jongeren
• Stress en het gevoel overweldigd te zijn voor 35-54-jarigen
• Moeilijkheid om gewoontes te veranderen voor 55-plussers

47% van de 55-plussers geeft aan geen bijzondere moeilijkheden te ondervinden, in tegenstelling tot de jongere generaties. Dit suggereert dat de behoefte aan begeleiding sterk verschilt per leeftijdsgroep.